De samenstelling van het water bestaat uit: 

• 75% H2O moleculen (65% zuurstof & 10% waterstof) 
• 18% koolstof (opgelost in water) 
• 4% droge resten opgelost in water: mineralen (geïoniseerde zouten) & sporenelementen. Mineralen in water (ionen = elektrisch geladen deeltjes) zijn de droge resten die in het water achterblijven na verdamping bij 180°C. De droge residuen worden berekend als functie van de elektrische geleidbaarheid van het water uitgedrukt in µS cm-1. Bijvoorbeeld: leidingwater met een hardheid van 37°fa met een geleidbaarheid van +/- 647 µScm-1, ofwel 670 x 0,71592 = 463 mg/L droog residu (inclusief 370 mg kalk); WHO adviseert max 1.000 mg/L droog residu.

• • Anorganische mineralen (hun aanwezigheid in water varieert afhankelijk van de geografische gebieden waar het is gewonnen!): Calcium, magnesium, natrium, kalium, fosfor, bicarbonaten; gemeten in mg/L 

• • • Tussen 5% en 25% ervan kan door het lichaam worden opgenomen (ze worden afgevoerd via de nieren-urine) en dit des te gemakkelijker omdat ze geherstructureerd zijn  in colloïdale vorm en geïoniseerd worden door de Biodynamizer® 
    • 80 % van deze mineralen bestaat uit kalk of tandsteen = CaCO3 (Calciumcarbonaat) + MgCO3 (Magnesiumcarbonaat) wat gemeten wordt via de hardheid van het water, uitgedrukt in TH (Franse graden); 1 ° f hardheid = 10 mg / l CaCO3

• • Sporenelementen: natuurlijke synergie van fluor, selenium, silicium, ijzer, koper, zink, kobalt, broom, mangaan, jodium, chroom, molybdeen,…; gemeten in µg/L en volledig absorbeerbaar 

• 3% stikstof

Belang van mineralen in drinkwater: 

• Hard water levert de hoeveelheid calcium en magnesium op die het lichaam nodig heeft om de botvorming te bevorderen, de spieren en het zenuwstelsel goed te laten functioneren en het risico op hart- en vaatziekten of osteoporose te voorkomen. Het neemt ook deel aan de verdediging van het lichaam. “De minerale elementen die aanwezig zijn in leidingwater, door deel te nemen aan de dagelijkse inname van mineralen die nodig zijn voor het goed functioneren van het lichaam, spelen een duidelijke gunstige rol in de gezondheid. Calcium in water kan ook een rol spelen bij de bescherming tegen hart- en vaatziekten. De rol van calcium bij de eliminatie van vetten en de regulatie van cholesterol in het bloed wordt ook erkend” (bron Ministerie van Volksgezondheid Frankrijk 2006).
• Natuurlijk water bevat minerale zouten, voornamelijk calcium en magnesium (+/- 80%). Deze mineralen zijn biologisch beschikbaar en worden daarom gemakkelijk door het lichaam geabsorbeerd (intestinale absorptie) zoals voedingsmiddelen die mineralen bevatten. Studies over dit onderwerp schatten dit absorptiepercentage op ongeveer +/- 25%! De mineralen in natuurlijk water nemen daarom tussen 20% en 50%* deel aan de aanbevolen voedingsinname (AVI) van calcium en magnesium voor één persoon (voor een volwassene M/V: calciumbehoefte +/- 900 mg/d, in magnesium +/- 400 mg/d)! (* afhankelijk van het mineraalgehalte van het water en de leeftijd van de betrokken personen). Calcium en magnesium zijn daarom nuttig voor de gezondheid. Calcium draagt ​​bij aan de gezondheid van de beenderen, heeft een gunstige rol bij hypertensie, cardiovasculaire ongevallen en darmkanker. Magnesium is betrokken bij de activering van meer dan 300 enzymatische systemen, bestrijdt vermoeidheid, diabetes en coronaire hartfalen evenals osteoporose … Wetende dat de gemiddelde bevolking een gemiddeld calciumtekort heeft van +/- 40% (gemiddelde voedingsbehoeften) en zelfs 70% voor magnesium, blijkt het ons essentieel om water te drinken met een mineraalgehalte rond de +/- 400 tot 500 mg/L! Bron: Studie over de opname van calcium en magnesium in natuurlijk mineraalwater, Patrice Fardellone, CHU Amiens, Université Picardie Jules-Verne, 2015
• De WHO (World Health Organization) spreekt van een “optimum onder de 1.000 mg/liter.
• De Hoge Raad voor Openbare Hygiëne van Frankrijk stelt in zijn decreten van 1990 en 1995 met betrekking tot de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water de hoeveelheid droge residuen, na drogen bij 180 ° C, vast op maximaal 1.500 mg / liter.
• Het is ook belangrijk om calcium-magnesium (bestanddelen van kalk) in het water te hebben vanwege de rondere en zachtere smaak van water met minerale zouten.